Door: Gerbert Klop
Iedereen is weer terug van vakantie, dus pakken we de draad weer op. Wat waren de ontwikkelingen van de brede en belangrijkste markten over de maanden juli en augustus.
Kijken we naar de brede trend in de toonaangevende markten, dan valt moeilijk te ontkennen dat het tot nu toe een rustige zomer is geweest. Het bekende gezegde ‘Sell in May’ heeft u de afgelopen maanden weinig plezier opgeleverd, behalve wellicht een versterkt gevoel van FOMO (Fear of Missing Out). Onderstaande grafiek laat het verloop van de brede aandelenmarkt (MSCI All Countries in zwart) en obligatiemarkten (alle andere kleuren) zien en dat ziet er alleszins schappelijk uit. Uiteraard zien we wel enige volatiliteit aan de aandelenkant, maar per saldo steeg de MSCI gedurende de afgelopen twee maanden met ruim 2%. Ook in obligatieland is de trend eigenlijk voornamelijk positief te noemen, met name door de gestage daling van de Amerikaanse kapitaalmarktrente. Eind juni stond de Amerikaanse kapitaalmarktrente in de buurt van de 1,5%, momenteel staat er 1,3% op de borden. De trend in Amerika zette – zoals gebruikelijk – ook de toon in de andere delen van de obligatiemarkt, waarbij er per saldo over een brede linie positieve rendementen werden geboekt. De richting van de kapitaalmarktrente (lager), staat trouwens enigszins op gespannen voet met een aantal andere ontwikkelingen.
Financiële markten kabbelen omhoog
Bron: BlackRock Investment Institute, gebaseerd op gegevens van Bloomberg, augustus 2021. De gebruikte indices zijn de MSCI Gross Total Return Local Returns 'All Countries' index, de Bloomberg Barclays Total Return unhedged local indices voor de VS en Duitsland, de Bloomberg Barclays Total Return unhedged Corporate en High Yield indices in USD en de JPMorgan EMBI global diversified hard currency in USD.
Zo staat de Amerikaanse inflatie al twee maanden op rij op 5,4%, terwijl ook de kerninflatie met 4,3% nog steeds op het hoogste niveau van de afgelopen 25 jaar staat. In Europa stegen de prijzen in
augustus met 3% en de kerninflatie, die voor de ECB belangrijk is, kwam uit op 1,6%. De discussie over de vraag of deze inflatie een tijdelijk of een meer blijvend karakter heeft, is zeker nog niet voorbij. Sommige factoren (zoals de prijs van tweedehands auto’s of sommige grondstoffen) lijken alweer over hun piek heen, maar de berichten over tekorten in halfgeleiders (auto-industrie), oplopende containerkosten en krapte op de arbeidsmarkt doen ook nog steeds de ronde en wijzen op een meer blijvend karakter van inflatie. Kijken we naar de door de markt ingeprijsde inflatieverwachtingen, dan zagen we de afgelopen twee maanden in elk geval nog weinig verbetering: voor de VS staat de 10 jaar break-even nu op 2,4%, in Duitsland is die 1,45%, waarmee de reële (de nominale rente gecorrigeerd voor de prijsinflatie) rentes in beide regio’s nog stevig in het rood staan.
Veel van wat consumenten aanschaffen zijn diensten en geen producten. De invloed van stijgende producentenprijzen op de inflatie is daardoor beperkt. Om de inflatie structureel te verhogen moeten ook de prijzen van diensten gaan stijgen en dat gebeurt niet. In die sector (goed voor nagenoeg 80% van de Nederlandse economie) is van opwaartse prijsdruk nauwelijks sprake. Ook leert het verleden dat gestegen prijzen lang niet altijd doorberekend worden aan de consument.
Ook de discussie over het naderende einde van het opkoopprogramma van de Federal Reserve valt maar moeilijk te rijmen met de daling van de Amerikaanse kapitaalmarktrente. De aankondiging dat de grootste koper in de markt zich op termijn zal terugtrekken, zou gepaard moeten gaan met een (licht) oplopende kapitaalmarktrente. Overigens is dat een verwachting die breed gedeeld wordt in de markt en de ervaring leert dat een consensusverwachting niet altijd hoeft uit te komen.
Na het verschijnen van het tegenvallende banenrapport over augustus in de VS (er kwamen 235.000 nieuwe banen bij, tegenover 1,1 miljoen in juli) zal de FED minder snel geneigd zijn om de stimulering te verminderen. Economen hadden 733.00 extra banen voorspeld. De vertraging van de banencreatie is vooral toe te schrijven aan de opmars van de deltavariant van het coronavirus. Daardoor zijn Amerikanen minder geneigd om buitenshuis geld uit te geven (terug te zien in een daling van het consumentenvertrouwen in augustus) en zijn sommige sectoren wat voorzichtiger met het werven van nieuw personeel. Er zijn nog altijd 5,3 miljoen banen minder dan net voor de start van de pandemie.
De daling van de rente heeft zich ook in september voortgezet. Voor de eerste keer ooit is de reële rente op Europese risicovolle bedrijfsobligaties, de zogenoemde high yield obligaties, gemiddeld tot onder het nulpunt gedaald. Afgelopen maand daalden de rentes van enkele bedrijven met een hoog risicoprofiel al onder nul.
Alles pais en vree dus? Niet bepaald, want er is wel degelijk een dissonant in het prettige beeld dat ik hierboven geschetst heb: China. Daarover leest u meer in het artikel van mijn collega Patrick Zuijderwijk.
Het nieuwe pensioenstelsel: wat verandert er? Onze maatschappij verandert voortdurend. Mensen leven steeds langer, en het aantal g...
Even voorstellen: Iris Wester Op 1 november jl. ben ik gestart bij Comfort Vermogensbeheer als medewerkster commerciële binnendien...