markus-winkler--TRcaFMV5vk-unsplash

Bankencrises 2.0?

vrijdag 12 mei 2023

Als u als belegger al heel wat jaren actief bent op de financiële markt dan deden de krantenkoppen van de laatste weken u wellicht huiveren en moest u bij het zien daarvan onwillekeurig terug denken aan de zogenaamde Great Financial Crisis (=GFC) in de periode 2008-2009. Wat begon als een schijnbaar op zichzelf staand incident bij zakenbank Bear Stearns groeide uit tot een bankencrisis als nooit tevoren. Een crisis die ook de Nederlandse Bankensector op haar grondvesten deed schudden en waarbij toenmalig minister van Financiën Wouter Bos wekelijks in het nieuws kwam met het bericht dat er weer een grote bank ‘gered’ moest worden.

Maar is de crisis van toen te vergelijken met die van nu? En bestaat er een risico dat we afsteven op een horrorscenario te vergelijken met destijds? Of geldt; ‘this time is different’. Is het dit keer inderdaad totaal anders omdat er geen grote zakenbanken gered behoeven te worden maar ‘slechts’’ enkele regionale US banken?

Terug naar 2008

Of is er toch meer aan de hand? De onderstaande beschrijving van Wikipedia van de crisis en de redding van Bear Stearns in het voorjaar van 2008 vertoont namelijk best wel een aantal overeenkomsten met de redding van de regionale SVB bank van enkele weken geleden.

The Bear Stearns Companies, Inc. was a American investment bank, securities trading, and brokerage firm that failed in 2008 as part of the global financial crisis and recession. After its closure it was subsequently sold to JPMorgan Chase. The company's main business areas before its failure were capital markets, investment banking, wealth management, and global clearing services, and it was heavily involved in the subprime mortgage crisis.

In the years leading up to the failure, Bear Stearns was heavily involved in securitization and issued large amounts of asset-backed securities which were, in the case of mortgages, pioneered by Lewis Ranieri, "the father of mortgage securities". As investor losses mounted in those markets in 2006 and 2007, the company actually increased its exposure, especially to the mortgage-backed assets that were central to the subprime mortgage crisis. In March 2008, the Federal Reserve Bank of New York provided an emergency loan to try to avert a sudden collapse of the company. The company could not be saved, however, and was sold to JPMorgan Chase for $10 per share, a price far below its pre-crisis 52-week high of $133.20 per share, but not as low as the $2 per share originally agreed upon.

The collapse of the company was a prelude to the meltdown of the investment banking industry in the United States and elsewhere that culminated in September 2008, and the subsequent global financial crisis of 2008–2009. In January 2010, JPMorgan ceased using the Bear Stearns name.

Bear stearns

Zeker is in ieder geval dat de oorzaken van beide incidenten verschillend zijn. De GFC werd hoofdzakelijk veroorzaakt door uitspattingen in de US hypothekenmarkt. Huizenprijzen stegen tot ongekende hoogten en de Amerikanen speculeerden er met een tweede (of zelfs meerdere) woning lustig op los. Een net aangekochte woning werd enkele weken later al weer hoger in waarde getaxeerd en de eerste winst kon al worden behaald. De aankopen van deze beleggingspanden werden echter hoofdzakelijk gefinancierd met behulp van bankhypotheken die tegen extreem gunstige voorwaarden werden verstrekt en waarvoor rentes werden gerekend die door de renteverlagingen van de FED historisch laag waren. En daar ging het fout.

Want toen de huizenprijzen niet meer verder stegen en de aangegane leningen de waarde van de woningen overstegen, werden de banken met grote problemen opgezadeld. Woningbezitters konden hun verplichtingen niet meer nakomen en ‘leverden de sleutel van hun tweede woning in’ bij de bank, die vervolgens de woning gedwongen in de verkoop deed. Grote verliezen voor banken waren het gevolg en het onderlinge wantrouwen van banken over de stabiliteit van hun collega banken was een feit. Het gevolg was dat banken elkaar geen geld meer uit durfden te lenen, aandelenemissies nodig waren om het eigen vermogen te herstellen en banken strenger werden bij het verstrekken van leningen en kredieten.

Verpakte beleggingsproducten

Daar kwam bij dat vele banken hun hypotheken ‘hadden verpakt’ tot beleggingsproducten en deze aan allerlei financiële partijen hadden doorverkocht. Deze beleggingsproducten bleken uiteindelijk een veel lagere waarde te hebben dan waartegen ze gewaardeerd werden. Op die manier werden de verliezen op de hypotheken doorgeschoven naar partijen die hier helemaal niet direct bij betrokken waren (verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, banken en hun beleggingsklanten). Dat leidde tot een enorme onzekerheid en onrust op de financiële markten.

Het gevolg van het bovenstaande was dat de interbancaire kredietverlening totaal op slot ging. Banken vertrouwden elkaar niet meer. En zo kwamen banken in liquiditeitsproblemen en moesten overheden en Centrale Banken bijspringen met forse garanties en liquiditeitsinjecties. De problemen op de huizenmarkt (die dankzij de lage rente floreerden als nooit tevoren) leidde tot problemen bij hypotheekverstrekkers en dat resulteerde in een kredietcrisis. Het uiteindelijke gevolg was een totale financiële crisis die in alle delen van de economie voelbaar was.

Het heden

De problemen die nu ontstaan zijn bij een aantal regionale US banken (en wellicht ook ‘onzichtbaar’ bij andere banken), zijn te herleiden naar de recente forse renteverhogingen door de FED en het verzaken van een goede rentematching door de directies van betrokken banken. In geval van de Silicon Valley Bank werd het toevertrouwde direct opvraagbare spaargeld van met name jonge technologiebedrijven geïnvesteerd in onder andere langlopende staatsobligaties. Toen deze jonge technologiebedrijven vanwege de mindere economische gang van zaken hun spaargeld gingen opvragen, bleek dit niet liquide aanwezig te zijn bij de bank. SVB werd daardoor verplicht om beleggingen in langlopende staatsleningen tegen forse verliezen van de hand te doen.

Geld in de fik

Een fors bedrijfsverlies was het gevolg en een aandelenemissie was nodig om het eigen kapitaal van de bank weer te herstellen tot de verplichte en gewenste omvang. Omdat het vertrouwen van investeerders intussen verdwenen was mislukte deze emissie en resteerde er een niet solvabele bank. Het directe gevolg was dat nog meer spaarders hun geld gingen ‘ophalen’ (zogenaamde bankrun) uit angst voor een faillissement. En hierdoor was een faillissement uiteindelijk niet meer te voorkomen. Andere banken ‘stapten in’ en namen de bank over.

Duidelijk is dus dat de oorzaken van de huidige bankenproblemen anders zijn dan destijds. Tegelijkertijd zijn er ook overeenkomsten. Zo is er het zeer ruime monetaire beleid van de Centrale Banken die de rentes de afgelopen jaren tot 0% hebben verlaagd, waardoor banken en beleggers steeds meer risico’s zijn gaan nemen om nog geld te kunnen verdienen (‘search for yield’ waarbij in dit geval direct opvraagbaar spaargeld van klanten werd geïnvesteerd in langlopende obligaties).

Ook nu is niet geheel duidelijk bij welke financiële partijen (gewone banken, schaduwbanken bijvoorbeeld in de vorm van crowdfunding en direct lending platforms en andere kredietverstrekkers) de risico’s aanwezig zijn. Hierdoor bestaat ook nu weer het risico dat er onderling wantrouwen tussen banken ontstaat, hetgeen een rem kan geven op de onderlinge kredietverlening. En tenslotte lijkt het erop dat er ook nu gebrek is geweest aan een adequate risicobeheersing en een goede en prudente uitvoering van het ‘banken vak’ waarbij er een match moet zijn tussen aangetrokken - en uitgezette gelden.

Concluderend

Op basis van deze éénvoudige analyse van hetgeen er gebeurd is tijdens de GFC en hetgeen er zich nu afspeelt, gaat het ons te ver om te concluderen dat we op een Bankencrisis 2.0 afstevenen. Echter blijft waakzaamheid geboden. Want een monetair beleid dat in nog geen jaar tijd veranderd is van zeer ruim naar zeer verkrappend, vraagt om alertheid. Zeker omdat het verleden ons leert dat deze beleidswijziging zijn uitwerking in de economie voor het grootste gedeelte waarschijnlijk nog gaat krijgen.

Bekijk meer actualiteiten

Volg nu de laatste ontwikkelingen op de financiële markten, door u in te schrijven voor onze nieuwsbrief.

Comfort Vermogensbeheer heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), valt onder toezicht van De Nederlandsche Bank en is aangesloten bij de Beleggerscompensatieregeling (BCR), het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) en Dutch Securities Institute (DSI).

RISICO'S VAN BELEGGEN: Beleggen brengt risico's met zich mee, u kunt (een deel van) uw inleg verliezen. De waarde van uw beleggingen is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Voordat u gaat beleggen is het belangrijk dat u zich door ons laat informeren over de kenmerken en risico's van beleggen.