pexels-burak-kebapci-186464

Marktontwikkelingen april 2022

vrijdag 8 april 2022

Door: Leendert-Jan Visser

Het is intussen al weer 6 weken geleden dat Russische troepen de grens met Oekraïne overtrokken. Bijzonder is het om te zien dat de internationale aandelenbeurzen momenteel per saldo ongeveer op gelijke hoogten noteren als de dagen voorafgaand aan deze inval. De Amerikaanse S&P500 noteert ongeveer 5,8% hoger en de Duitse DAX noteert ongeveer 3,3% lager. Het verlies voor de internationale aandelenmarkten (gerekend in USD) is over het eerste kwartaal van 2022 uitgekomen op ongeveer 5,5%.

Opvallend is het, dat de verschillende internationale renteniveaus sinds de inval van Rusland fors zijn opgelopen. Een en ander lijkt haaks te staan op de logica van de financiële markten dat een gebeurtenis, zoals de start van een oorlog, die negatieve invloed kan hebben op de verwachte economische groei, zou moeten leiden tot een rentedaling. Aandelenkoersen zouden bij het uitbreken van een oorlog logischerwijs moeten dalen, omdat zij bij uitstek fungeren als graadmeter voor het in prijzen van toekomstige risico’s. En rentestanden zouden juist moeten dalen, omdat de onzekerheid over de economische groei door een oorlog verder toeneemt.

Echter, zoals zo vaak het geval is, trekt de financiële markt ook nu ‘haar eigen plan’. Hieruit blijkt maar weer eens hoe lastig het is om te anticiperen op mogelijke gevolgen van een geopolitiek incident, zoals het uitbreken van een oorlog. Eens te meer pleit dit ervoor om als belegger weg te blijven van ‘de waan van de dag’ en te blijven focussen op de vastgestelde langere termijn beleggingsdoelstellingen.

Helaas is de situatie in de Oekraïne op het moment van schrijven nog niet verbeterd. Verre van dat. En hoewel de berichten uit het land niet éénduidig zijn, is intussen wel duidelijk dat zich een menselijk drama voltrekt in de steden en de straten van Oekraïne.

Maar naast dit geopolitieke drama voltrekt zich intussen ook een financieel drama voor veel gezinnen behorend tot de groep die moeten leven van een modaal inkomen of zelfs minder. Eurostat publiceerde op 1 april (en nee dit is geen grap) de inflatiecijfers over de maand maart. Dit cijfer is uitgekomen op 7,5%, waarbij Nederland met 12% inflatie zelfs tot de kopgroep behoorde. Als gelet wordt op de inflatieontwikkeling voor producenten is het beeld nog zorgelijker. Recent stegen in Duitsland, de productiemotor van Europa, de producentenprijzen over februari met 25,9% ten opzichte van februari 2021. En hier zijn de gevolgen van de oorlog in Oekraïne nog niet in verwerkt. Deze hogere producentenprijzen zullen uiteindelijk doorsijpelen naar nog hogere prijzen voor consumenten.

Bovenstaande afbeelding toont de inflatie ontwikkeling in Duitsland en de relatie hiervan tot de gehanteerde renteniveaus door de Europese Centrale Bank. Als het verleden een richtingwijzer voor de toekomst is, betekent dit dat de rente naar niveaus van ongeveer 8% verhoogd moet worden.
Bovenstaande afbeelding toont de inflatie ontwikkeling in Duitsland en de relatie hiervan tot de gehanteerde renteniveaus door de Europese Centrale Bank. Als het verleden een richtingwijzer voor de toekomst is, betekent dit dat de rente naar niveaus van ongeveer 8% verhoogd moet worden.

Voor de wereldwijde centrale banken, zoals de FED en de ECB, zijn deze inflatiecijfers reden om een hardere toon aan te slaan als het gaat om het bestrijden van deze inflatie. Zo meldde FED President Jerome Powell tijdens een toespraak op maandag 28 maart dat renteverhogingen van 0,5% per keer zeker niet uitgesloten mogen worden. En ook Christine Lagarde, President van de ECB, heeft aangegeven dat de hardnekkige inflatie van dit moment bestreden moet worden met concrete acties, zoals het verhogen van de geldmarktrente.

En dat de inflatie hardnekkiger is dan in eerste instantie werd aangenomen blijkt uit meerdere economische data van dit moment. Gelet op de wereldwijde voorraadniveaus van bepaalde grondstoffen en de krappe arbeidsmarkt in de Westerse Economieën lijkt een terugkeer naar een inflatie van 1,5%-2% heel ver weg.

Intussen maken beleggers op de financiële markten hun eigen vertaalslag van het gewijzigde rentebeleid door de centrale banken. Met name de korte rente is de afgelopen weken fors gestegen en in de kielzog hiervan steeg ook de kapitaalmarktrente geleidelijk mee. Zo steeg de 2-jaars rente in de VS in het eerste kwartaal van 0,68% naar 2,48%. In Duitsland steeg deze rente van -0,64% naar 0,06%. De 10-jaars rente steeg in de VS van 1,51% naar 2,60% waar deze in Duitsland zelfs van -0,20% naar 0,65% steeg.

Een ontwikkeling die ervoor gezorgd heeft dat obligatiebeleggingen dit jaar moeizaam van start zijn gegaan. Zo scoort onze obligatie benchmark, de Barclays Global Aggregate Total Return Index (samengestelde index van verschillende obligatiebeleggingen), momenteel een negatief resultaat van ongeveer 5,4% gerekend vanaf de start van het jaar.

Het bijzondere hierbij is wel dat de markt verwacht dat na een serie renteverhogingen in 2022 en 2023 de centrale banken in 2024 de rente weer zullen gaan verlagen. De reden voor deze gedachte is dat de renteverhogingen van nu zullen leiden tot het risico van een recessie later in de tijd, waardoor de centrale banken weer genoodzaakt zullen zijn de rente te gaan verlagen. Een en ander komt duidelijk naar voren in de huidige afvlakking van de rentecurve zoals hieronder zichtbaar is.

Het verschil tussen de 10-jaars rente en de 2-jaars rente is in de VS weer het niveau van 0% genaderd. Hiermee lijkt een inverse rentestructuur weer in beeld te komen. De mogelijke economische gevolgen hiervan worden met de grijze balk, die een periode van recessie aangeeft, weergegeven.
Het verschil tussen de 10-jaars rente en de 2-jaars rente is in de VS weer het niveau van 0% genaderd. Hiermee lijkt een inverse rentestructuur weer in beeld te komen. De mogelijke economische gevolgen hiervan worden met de grijze balk, die een periode van recessie aangeeft, weergegeven.

Obligatiebeleggers lijken dus al te rekenen met economisch mindere tijden die aanstaande zijn. Terwijl aandelenbeleggers, gelet op de stijgende aandelenkoersen, nog geen waarde hechten aan een periode van mogelijk mindere winstvooruitzichten. Een belangrijke constatering om in de gaten te houden, omdat obligatiebeleggers over het algemeen slimmer worden geacht dan de aandelenbeleggers.

De laatste tijd lezen we in de media steeds meer terug dat economen verwachten dat we in een periode van stagflatie terecht gaan komen of al zijn gekomen. Dat wil zeggen benedengemiddelde economische groei en een bovengemiddelde inflatie (stagnerende groei en inflatie). Twee andere begrippen die de koppen van de financiële media de laatste tijd vullen, zijn shrinkflation en the great resignation.

Eerstgenoemde begrip heeft net als stagflatie alles te maken met inflatie. In tijden van forse prijsstijgingen hebben producenten de neiging om hogere productiekosten niet direct door te berekenen aan de klant, maar ervoor te kiezen om in eerste instantie minder te gaan verkopen voor dezelfde prijs (zie de afbeelding hierna). Het lijkt er in dat geval op dat de prijzen niet stijgen. Maar omdat je minder krijgt voor hetzelfde geld, is het gevolg voor de koper van het product hetzelfde als het verhogen van prijzen. Een trucje dus om de schijn te wekken dat prijzen niet worden verhoogd. Vooral producenten van consumentenartikelen zijn kampioen in het verbloemen van prijsverhogingen.

Zoals zichtbaar in deze afbeelding; Shrinkflation. ‘Minder krijgen voor hetzelfde geld’.
Zoals zichtbaar in deze afbeelding; Shrinkflation. ‘Minder krijgen voor hetzelfde geld’.

The Great Resignation tenslotte is een begrip dat sinds de start van Covid-19 aan betekenis heeft gewonnen. Als gevolg van Covid-19 zijn wereldwijd steeds meer mensen vanuit huis gaan werken. De ervaringen die hierdoor zijn opgedaan hebben mensen aangezet om anders te gaan denken over werken, het realiseren van loopbaan ambities, het streven naar balans tussen werk en privé, de gewenste flexibiliteit met betrekking tot het benutten van de beschikbare tijd e.d.

Volgens een grootscheeps wereldwijd onderzoek van Microsoft heeft dit ervoor gezorgd dat een deel van de beroepsbevolking het voornemen heeft te gaan kiezen voor, dan wel reeds gekozen heeft, een andere verdeling tussen werken en vrije tijd. De conclusie is in ieder geval dat per saldo een deel van de beroepsbevolking zich gaat onttrekken uit het arbeidsproces.

Een andere factor die hierbij van belang is, is dat een deel van de mensen die besmet zijn geraakt met Corona niet meer volledig hersteld zijn van de klachten en derhalve niet meer volledig aan het werk kunnen. Zij zijn vaak genoodzaakt om andere keuzes te maken wat betreft hun huidige arbeidsomstandigheden. Gedeeltelijk stoppen met werken is vaak het gevolg.

Al met al een ontwikkeling om goed te volgen nu de krapte op de arbeidsmarkt in steeds meer delen van de economie voelbaar wordt.

Microsoft heeft een onderzoek verricht onder ongeveer 30.000 werknemers over hun gedachten en voornemens wat betreft hun werksituatie. Hieruit blijkt dat steeds meer werknemers overwegen (gedeeltelijk) het arbeidsproces te verlaten.
Microsoft heeft een onderzoek verricht onder ongeveer 30.000 werknemers over hun gedachten en voornemens wat betreft hun werksituatie. Hieruit blijkt dat steeds meer werknemers overwegen (gedeeltelijk) het arbeidsproces te verlaten.

Omdat we mede op basis van bovenstaande ontwikkelingen al in een eerder stadium bepaalde beleggingskeuzes voor onze beleggingsportefeuilles gemaakt hebben (minder in obligaties en meer in alternatives en bepaalde themakeuzes), zullen de consequenties voor ons beleid op de korte termijn zeer beperkt zijn. Uiteraard volgen we genoemde ontwikkelingen op de voet om te bepalen of andere beleggingskeuzes gewenst zijn.

Bekijk meer actualiteiten

Volg nu de laatste ontwikkelingen op de financiële markten, door u in te schrijven voor onze nieuwsbrief.

Comfort Vermogensbeheer heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), valt onder toezicht van De Nederlandsche Bank en is aangesloten bij de Beleggerscompensatieregeling (BCR), het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) en Dutch Securities Institute (DSI).

RISICO'S VAN BELEGGEN: Beleggen brengt risico's met zich mee, u kunt (een deel van) uw inleg verliezen. De waarde van uw beleggingen is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Voordat u gaat beleggen is het belangrijk dat u zich door ons laat informeren over de kenmerken en risico's van beleggen.