Marktontwikkelingen mei 2025
vrijdag 9 mei 2025Marktontwikkelingen: turbulentie in april
De Amerikaanse S&P 500 is in april licht gedaald met 0,76%, terwijl de technologiegedreven Nasdaq-100 de maand afsloot met een bescheiden plus van 0,85%. Op het eerste gezicht lijkt er dus weinig gebeurd op de financiële markten. Niets is minder waar. Politieke onrust, waaronder dreigementen vanuit de Amerikaanse regering over importtarieven en kritiek op de onafhankelijkheid van de Federal Reserve, zorgde voor onrust onder beleggers. De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties steeg naar 4,56%, de dollar verzwakte tot 1,15 tegenover de euro (EUR/USD) en de goudprijs steeg naar recordhoogtes. Deze ontwikkelingen weerspiegelen groeiende twijfels over de financiële stabiliteit van de Verenigde Staten onder het huidige bewind van President Trump.
De aanjager van deze onrust was opnieuw president Donald Trump, die begin april zijn hernieuwde importheffingen presenteerde als het startschot van ‘Liberation Day’– een symbolische poging om het handelsbeleid van de VS opnieuw te positioneren. Wat volgde, was een schokgolf over de wereldwijde financiële markten. Binnen twee handelsdagen daalde de S&P 500 met een van de grootste uitslagen sinds de Tweede Wereldoorlog, de volatiliteitsindex VIX schoot omhoog tot boven de 50, en ook de obligatiemarkt werd hard geraakt: de rente op dertigjarige Amerikaanse staatsleningen schoot zelfs kort boven de 5% uit. De verzwakking van de dollar ten opzichte van de euro versterkte de negatieve koersresultaten bij beleggers in Amerikaanse aandelen.

Toch herstelde de rust enigszins toen Trump een week later de invoering van de heffingen uitstelde met negentig dagen en nieuwe onderhandelingen aankondigde. Dat leidde tot herstel op de aandelenmarkten en uiteindelijk bleven de verliezen voor april beperkt. De Amerikaanse beurzen sloten licht lager. In Nederland schommelde de AEX sterk, met een daling tot onder de 800 punten halverwege april, maar ook hier vond een sterk herstel plaats: de maand werd afgesloten met 897 punten – een kleine min, maar gezien de omstandigheden een redelijk resultaat.
Intussen stapelden de economische zorgen zich op. De Amerikaanse economie verraste in negatieve zin met een krimp van 0,3% in het eerste kwartaal, waar een kleine groei werd verwacht. Nog zorgwekkender is de inflatie: de kern-PCE, een maatstaf die de Fed nauwlettend volgt, kwam uit op 3,6% – fors boven de verwachting van 2,1%. Tegenvallende werkgelegenheidscijfers deden daar nog een schepje bovenop: slechts 62.000 nieuwe banen, terwijl 120.000 waren voorspeld. De combinatie van lage groei, oplopende inflatie en zwakke arbeidsmarktcijfers kan wijzen op stagflatie.
De stagnatie van de economie treft overigens niet alleen de Verenigde Staten. Ook in Nederland viel de economische groei vrijwel stil. Het CBS noteerde een minieme groei van 0,1% in het eerste kwartaal – het vierde kwartaal op rij waarin de groei afneemt. De export daalde, net als de binnenlandse consumptie, en ook investeringen vielen terug. Tegelijkertijd stegen de overheidsuitgaven licht, vooral door hogere zorgkosten. Op de arbeidsmarkt was een lichte verslechtering zichtbaar: het aantal werklozen nam toe en het aantal vacatures daalde, wat de toenemende onzekerheid in de economie onderstreept.
De inflatie in Nederland liep bovendien opnieuw op naar 4,1%. De prijzen van boodschappen, horeca en diensten stegen stevig, terwijl energie juist iets goedkoper werd. De inflatie in de eurozone als geheel kwam uit op 2,2%, maar in Nederland blijven we structureel boven het ECB-streefpercentage van 2% hangen. Desondanks besloot de Europese Centrale Bank op 17 april de rente te verlagen met 25 basispunten tot 2,25%. Daarmee probeert Frankfurt de economische onzekerheid te pareren, maar de timing roept vragen op, zeker in landen waar de inflatie nog verre van onder controle is.

De handelsconflicten plaatsen centrale banken bovendien in een lastig parket. Moeten ze de rente verlagen om de economie te ondersteunen, ook als dat de inflatie kan aanwakkeren? De vertrekkende president van De Nederlandsche Bank Klaas Knot noemde het een “echt ingewikkelde afweging” en benadrukte het belang van geloofwaardige centrale banken die onafhankelijk kunnen opereren – juist in tijden waarin politici publiekelijk druk uitoefenen op hun beleidskoers. De verwijten van Trump richting Fed-voorzitter Powell dat deze de rente “niet snel genoeg” verlaagt, zijn wat dat betreft zorgwekkend.
De positie van Fed President Powell is dan ook niet te benijden; wat betreft renteontwikkeling in de VS is het scenario gecompliceerd. De Fed zit in een spagaat tussen de stijgende inflatie en een wat haperende economie. De markten rekenen nog steeds op meerdere renteverlagingen later dit jaar, maar de inflatiecijfers geven weinig ruimte die verwachtingen hard te maken. Als Trump zijn protectionistische koers gaat doorzetten, dan kan de inflatie opnieuw verder oplaaien. In dat geval zou de Fed eerder gedwongen zijn de rente langer hoog te houden of zelfs te verhogen.
Een andere belangrijke factor in de marktdynamiek van april was de relatieve zwakte van de US dollar. De recente daling ten opzichte van de euro lijkt op het eerste gezicht een teken van zwakte, maar historisch gezien kent de dollar cycli van depreciatie zonder structurele schade. De fundamentele rol van de dollar als wereldreservemunt lijkt voorlopig nog wel overeind te blijven. De daling biedt op korte termijn kansen voor beleggers in opkomende markten. En er zijn kansen bij Amerikaanse bedrijven met een groot aandeel export, omdat de lagere dollar hun concurrentiepositie verbetert.
Toch is er ook goed nieuws. Ondanks de turbulentie blijven de fundamenten van Amerikaanse bedrijven robuust. De technologiereuzen rapporteren onverminderd sterke winstgroei, en de Verenigde Staten behouden hun voorsprong op het gebied van innovatie en productiviteit. Vooral op het terrein van kunstmatige intelligentie lopen Amerikaanse ondernemingen voorop, met forse investeringen in intellectueel eigendom en een snelle adoptie in de bredere economie. Ook in sectoren als vastgoed en consumentengoederen blijven Amerikaanse bedrijven winstgevender dan hun internationale tegenhangers.
Vooruitkijkend naar de komende maanden is het van belang om alert te blijven op het verloop van de handelsbesprekingen. De 90 dagen uitstel die Trump heeft aangekondigd, eindigt begin juli. De uitkomst van deze periode zal bepalend zijn voor het marktsentiment in het derde kwartaal. Als de onderhandelingen op niets uitlopen en tarieven alsnog worden ingevoerd, is een nieuwe correctie op de markten niet ondenkbaar. Daartegenover staat dat een diplomatieke oplossing juist de ruimte kan geven voor een herstel en positieve ontwikkeling van de wereldwijde aandelenkoersen.

Voor beleggers laat de afgelopen maand ook weer zien dat paniekreacties zelden een goed uitgangspunt zijn. De markten zijn beweeglijk, de geopolitiek grillig, maar structureel verandert er weinig aan de kracht van bijvoorbeeld Amerikaanse bedrijven. Kansen liggen er juist op momenten van onzekerheid. Juist nu is het van belang om te blijven focussen op kwaliteit, spreiding en discipline. Tijdelijke ruis, hoe luid ook, mag het langetermijnbeleid niet vertroebelen. Half april hebben we dan ook de portefeuilles geherbalanceerd en zijn er aandelen bijgekocht om weer op de oorspronkelijke weging uit te komen.
April was geen maand voor de zwakke zenuwen. Maar wie het bredere plaatje blijft zien, weet: turbulentie biedt ook perspectief. Bij Comfort Vermogensbeheer blijven we de situatie nauwlettend volgen en waar nodig bijsturen. Uw vermogen vraagt om rust en ratio – juist nu.