Marktontwikkelingen oktober 2025
vrijdag 10 oktober 2025Stijgende lijn wordt doorgezet
De trend van de afgelopen maanden van verder herstellende aandelen- en obligatiebeurzen, zette zich ook in september weer door. Dit ondanks de politieke onrust in Frankrijk, onbekende drones in diverse Europese landen en het voortdurende geweld in de Gaza strook. De wereldwijde aandelenindex MSCI All Countries steeg met ruim 3% en de Nederlandse AEX steeg zelfs met ruim 5%. De obligatiemarkt gaf ook een positief beeld in september, waarbij de breed gespreide obligatie-index van Bloomberg een positief rendement van 0,2% behaalde. Opvallend was echter vooral de sterke stijging van de goudprijs van ruim 11% (in US$).
Een maand vol contrasten
September 2025 was een maand vol tegenstellingen. Terwijl de Federal Reserve de rente verlaagde om de economie lucht te geven, ging de Amerikaanse overheid aan het einde van de maand tijdelijk op slot door een politieke patstelling. In Europa verslechterde de economische situatie in Duitsland en Frankrijk, terwijl in de VS juist een versnelling van de productiviteitsgroei zichtbaar werd, aangedreven door kunstmatige intelligentie. Opvallend genoeg bleef het beleggerssentiment positief. De combinatie van dalende rentes, stabiele groei en technologische innovatie gaf de financiële markten vertrouwen. Diverse aandelenkoersen bereikten nieuwe recordniveaus, goud steeg fors en de inflatieverwachtingen bleven gematigd. Achter deze schijnbare rust schuilt echter een duidelijke dynamiek: monetaire versoepeling in de VS, politieke onzekerheid in Europa en een structurele verschuiving richting hogere productiviteit.
De Fed geeft lucht
Na maanden van speculatie besloot de Federal Reserve in september de beleidsrente te verlagen met 25 basispunten, tot een bandbreedte van 4,00% tot 4,25%. Het was de eerste renteverlaging sinds 2023. Fed-voorzitter Jerome Powell benadrukte dat de inflatie onder controle komt, terwijl de arbeidsmarkt afkoelt zonder te ontsporen. De banengroei stagneert, maar er is geen sprake van massale ontslagen. Dat biedt ruimte om de economie te ondersteunen zonder de geloofwaardigheid van het rentebeleid te ondermijnen. De beslissing kwam niet zonder politieke druk. President Trump pleitte al maanden voor lagere rentes, om de groei te stimuleren en de rentelast van de overheidsschuld te verlichten. Toch benadrukte Powell de onafhankelijkheid van de Fed. De verlaging is, zo stelde hij, gebaseerd op economische data, niet op politiek opportunisme.
Voor beleggers was dit het signaal waar ze op wachtten. De renteverlaging bevestigde dat de Fed streeft naar een zachte landing, waarbij inflatie daalt zonder recessie. De markten reageerden met opluchting: aandelenkoersen stegen, obligatierentes daalden en het vertrouwen keerde terug. De S&P 500 bereikte opnieuw een all-time high, terwijl de Nasdaq profiteerde van aanhoudend optimisme rond AI en technologie. De Amerikaanse tienjaarsrente zakte naar 4,1%, het laagste niveau in vijf maanden.
Shutdown in de VS
Tegelijkertijd werd de Amerikaanse overheid lamgelegd door een conflict over de begroting. Door het uitblijven van een akkoord mochten ministeries geen geld meer uitgeven, waardoor duizenden niet- essentiële federale diensten tijdelijk sloten. Zo’n 700.000 ambtenaren kregen geen loon, en publieke instellingen zoals musea en nationale parken bleven gesloten. De economische schade bleef beperkt. Elke week van een shutdown drukt de groei met slechts 0,1 tot 0,2 procentpunt, en de meeste effecten worden later ingehaald zodra de overheid weer opent.

Beleggers keken er nauwelijks van op: de S&P 500 en Dow Jones stegen licht tijdens de periode van stilstand. Belangrijker is de symboliek: de politieke verdeeldheid in Washington legt de kwetsbaarheid van het begrotingsproces bloot. Toch verandert het weinig aan de structurele kracht van de Amerikaanse economie. De consumptie blijft robuust, bedrijven investeren fors in technologie en de Fed blijft de dominante factor voor markten. De situatie doet denken aan 1998, toen de Fed eveneens preventief de rente verlaagde tijdens politieke onrust. Ook toen volgde een lange periode van stijgende koersen. De les voor beleggers is duidelijk: markten worden niet gedreven door politiek, maar door liquiditeit, productiviteit en vertrouwen.
Europa: zwak fundament en een kwetsbare solidariteit
Aan deze zijde van de Atlantische Oceaan speelt een ander verhaal. Europa worstelt met structurele zwakte en vooral de kernlanden Frankrijk en Duitsland vallen daarbij niet in positieve zin op. De Duitse industriële productie daalde in augustus met 4,3%, en grote bedrijven als BMW, Mercedes en Bosch gaven winstwaarschuwingen. De export hapert, de energiekosten blijven hoog en de investeringsbereidheid neemt af. Het traditionele Duitse model van industriële export en fiscale discipline staat onder druk. De regering-Merz kondigde eerder een investeringsfonds van €500 miljard aan om infrastructuur en defensie te versterken, maar de uitvoering verloopt traag. Aanbestedingsprocedures en volle orderboeken bij defensiebedrijven vertragen het effect van deze plannen. De kans op een technische recessie blijft reëel.

Frankrijk kampt ondertussen met een ander probleem: de overheidsfinanciën. De staatsschuld is opgelopen tot ruim 110% van het BBP, terwijl het jaarlijkse begrotingstekort richting 6% beweegt. Kredietbeoordelaar Fitch verlaagde de rating naar A+, en de Franse rente ligt nu zelfs boven het Italiaanse niveau. Politiek gezien is de situatie even instabiel. President Macron benoemde zijn vijfde premier in twee jaar, maar zonder meerderheid in het parlement is hervorming onmogelijk. Parijs rekent op steun van de Europese Centrale Bank via het Transmission Protection Instrument, maar dat mag formeel alleen worden ingezet bij landen met gezond begrotingsbeleid, en daar voldoet Frankrijk niet aan.
De ironie is groot: Frankrijk kijkt naar Duitsland voor steun, terwijl Duitsland zelf te kampen heeft met krimp, hoge energiekosten en concurrentie uit China. De Frans-Duitse as, ooit de motor van Europese integratie, kraakt. Voor beleggers is het beeld in Europa gemengd. De kernlanden worstelen met groei, maar bedrijven met internationale blootstelling doen het relatief goed. Selectiviteit is daarom cruciaal: exportgerichte ondernemingen en innovatieve sectoren blijven aantrekkelijker dan de binnenlandse markten van Frankrijk of Duitsland.
Productiviteitsgroei: de stille motor achter de stijgende aandelenmarkt
Te midden van de politieke onrust en economische onzekerheid is er één constante die het beleggersvertrouwen voedt: stijgende productiviteit. De Amerikaanse productiviteit is sinds 2019 opgelopen tot gemiddeld 2,1% per jaar, een duidelijke versnelling ten opzichte van het vorige decennium. De oorzaak ligt bij kunstmatige intelligentie. Bedrijven in de software-, financiële en logistieke sector hebben dankzij AI flinke efficiëntiewinsten geboekt. Waar productiviteitsgroei jarenlang beperkt bleef, zien we nu een structurele verschuiving: minder werknemers produceren meer output, met lagere kosten. Deze ontwikkeling doet denken aan de tweede helft van de jaren negentig, toen de opkomst van het internet een langdurige periode van groei en lage inflatie inluidde.
Ook nu lijkt er sprake van een nieuw Goudhaartjes-scenario: de economie groeit, inflatie daalt en centrale banken kunnen versoepelen zonder oververhitting. De impact is breder dan technologie alleen. AI beïnvloedt ook besluitvorming, zorg, onderwijs en juridische dienstverlening. Voor beleggers is dit fundamenteel. Hogere productiviteit verhoogt de winstgevendheid, verlaagt de inflatiedruk en rechtvaardigt hogere waarderingen. Europa loopt op dit gebied achter. Waar Amerikaanse bedrijven als Nvidia, Microsoft en Google vooroplopen, worstelt Europa met regelgeving en beperkte investeringen. De kloof in rendement tussen Amerikaanse en Europese markten zal hierdoor waarschijnlijk verder toenemen. De onderliggende boodschap is helder: wie wil profiteren van structurele groei, moet kijken naar productiviteit, niet alleen naar conjunctuur.
Markten in balans en vooruitzichten
Wanneer we de ontwikkelingen van september samenbrengen, de renteverlaging van de Fed, de tijdelijke shutdown, de zwakke Europese cijfers en de productiviteitsgroei, ontstaat een genuanceerd maar optimistisch beeld. De Fed heeft met haar versoepeling de toon gezet. De inflatie daalt, de groei blijft overeind en de arbeidsmarkt blijft veerkrachtig. De Amerikaanse tienjaarsrente zakte naar 4,1%, terwijl de goudprijs met 50% steeg ten opzichte van begin dit jaar, tot rond 4000 dollar per troy ounce. De olieprijs daalde met 10%, wat de inflatieverwachtingen verder tempert. Europa blijft daarbij de zwakke schakel. De combinatie van trage groei, hoge schulden en structurele rigiditeit remt het herstel. Toch profiteren Europese markten indirect van de lagere Amerikaanse rentes en de wereldwijde daling van financieringskosten. Voor beleggers is dit een omgeving waarin risico’s worden beloond, maar waarin selectie belangrijker is dan ooit. Lagere rentes, hogere productiviteit en stevige winstmarges ondersteunen aandelen, terwijl kwalitatieve obligaties opnieuw aantrekkelijk rendement bieden.
De structurele divergentie tussen de VS en Europa blijft bepalend. Waar Amerika profiteert van innovatie en energie-onafhankelijkheid, worstelt Europa met regelgeving, energieprijzen en geopolitieke afhankelijkheid. Toch liggen binnen Europa kansen in bedrijven die actief zijn in de energietransitie, digitalisering en export naar groeimarkten. Het monetaire beleid lijkt wereldwijd weer de vriend van de markt. Zolang inflatie onder controle blijft, kunnen centrale banken blijven versoepelen. De combinatie van lagere rentes, stijgende productiviteit en gezonde balansen vormt een krachtig fundament. Natuurlijk blijft volatiliteit aanwezig, maar de onderliggende trend is positief. De boodschap voor beleggers is eenvoudig maar belangrijk: blijf rustig, blijf gespreid en blijf gericht op de lange termijn. De wereldeconomie koelt af zonder te bevriezen, en de combinatie van monetaire verlichting en technologische vooruitgang biedt ruimte voor duurzame groei.