Foto artikel LJ en gerbert 2

TARA is in the place!

vrijdag 9 december 2022

Door: Gerbert Klop en Leendert-Jan Visser

Wat nu weer zult u denken. Nou, kent u TINA nog? Het begrip dat in beleggersland voet aan de grond kreeg toen het beleggen in obligaties steeds minder renderend werd. Maar TINA is niet meer, TARA is het nieuwe normaal. En TARA staat voor There Are Reasonable Alternatives. En wat zijn die alternatieven dan? Dat zijn obligaties!

Het rendementsperspectief

Voor het eerst in vele jaren biedt het beleggen in obligaties weer een goed rendementsperspectief. En dat is even wennen. Want laten we eerlijk zijn, de belegger kwam voor een rente van 0% of zelfs een negatieve rente de afgelopen tijd niet uit zijn bed. Hoe anders is het nu de risicovrije rentevoet in nagenoeg alle werelddelen aan het oplopen is. In Amerika is de Federal Funds Rate intussen verhoogd naar 3,75%-4,0% en verdere verhogingen zijn aanstaande. In navolging van deze verhogingen is ook de kapitaalmarktrente in de US opgelopen naar ongeveer 4%. In Europa is de door de ECB vastgestelde geldmarktrente intussen 1,5% en de kapitaalmarktrente is gemiddeld genomen opgelopen tot ongeveer 2,5%. Met uitschieters, zoals Italië, waar deze rente al rond de 3,8% noteert.

Maar zoals u wellicht weet, wordt er bij obligaties van verschillende uitgevers (hoofdzakelijk overheden en bedrijven) gerekend met een risico opslag ten opzichte van de risicovrije rentevoet. Dit betekent concreet dat voor een breed gespreid ‘mandje met solide bedrijfsobligaties’ momenteel al een rendement behaald kan worden van ongeveer 6% op jaarbasis (zie in de afbeelding hieronder weergegeven).

Binnen een jaar zijn de obligaties als beleggingsalternatief ‘gepromoveerd’ van een risicovolle en slecht renderende belegging naar een kansrijke propositie met een goed rendementsperspectief.

De yields (rendementen) op de verschillende obligatiecategorieën
De yields (rendementen) op de verschillende obligatiecategorieën

En natuurlijk zijn er risico’s, want de rentes kunnen nog verder stijgen, waardoor de koersen van obligaties onder druk kunnen komen. Of overheden en/of bedrijven kunnen in gebreke blijven wat betreft het betalen van de rente en/of de aflossing.

Maar door de gestegen rente zijn de risico’s intussen wel kleiner geworden en is er een soort ‘rentebuffer’ ontstaan. De duratie, de gemiddelde resterende looptijd van de obligaties uit de wereldwijde obligatie-index, is door de rentestijging namelijk gedaald van 7,6 naar 6,7 jaar. En hoe korter de duratie, hoe lager de gevoeligheid voor een renteverandering. Daarnaast is er nu ook weer sprake van een buffer. Een bekende stelregel is dat een rentestijging of -daling van 1% de koers van een obligatie met ongeveer de duratie doet dalen of stijgen.

Wanneer de rente met 1% stijgt, daalt de koers van de obligatie-index dus met 6,7%. Bij een rente van 0% is dat ook meteen je rendement. Maar bij een rente van 3,9%, zoals nu, is dat anders. Als de rente nu met 1% daalt, is je rendement over een jaar genomen die 6,7% koersstijging plus de rente van 3,9%: in totaal dus 10,6%. En bij een rentestijging van 1% wordt het koersverlies van 6,7% deels gedempt door de 3,9% rente die je ontvangt. Het verwachte rendement is dus niet alleen verdrievoudigd naar 3,9%, ook de risico’s zijn gunstiger verdeeld.

De renteontwikkeling in de achterliggende periodeen de vooruitzichten voor volgend jaar zijn voor ons voldoende reden om positiever te zijn over het beleggen in obligaties. We hebben daarom de wegingen in onze modelportefeuilles alvast met een eerste stap verhoogd van een zware onderweging naar een lichte onderweging. Waarbij we nu al kunnen zeggen dat we ons beraden over een volgende verhoging van het belang in obligaties naar een neutrale weging.

Een tweede wijziging in ons beleggingsbeleid betreft het (opnieuw) actief aanbieden van onze Defensieve modelportefeuille. Deze portefeuille werd in de achterliggende periode passief aangeboden vanwege het hoge belang van obligaties (ongeveer 80% van het belegbare vermogen). Een belang dat bij negatieve rentes bijna onmogelijk een positief rendement zou kunnen laten zien. Een snelle rekenaar trekt al snel de conclusie dat het beleggen van 80% van het belegbare vermogen tegen 0% rendement niet aantrekkelijk is. Al helemaal niet als er nog kosten berekend worden voor de transacties en het beheren van dit vermogen.

Maar zoals gezegd, de kansen zijn gekeerd. Voor Defensieve beleggers geldt nu dat de genoemde 80% van het belegbare vermogen belegd kan worden tegen een zeer acceptabel rendementsperspectief van gemiddeld genomen 4% a 5%. En dat klinkt menigeen bij de huidige lage spaartarieven als muziek in de oren.

De verwachte rendementen voor 2023 en verder

Aan het eind van elk jaar kijken we bij Comfort Vermogensbeheer terug op het (bijna) afgelopen jaar en evalueren wij de rendementen op de diverse financiële markten, zoals de prestaties op de aandelenmarkten, maar ook op de obligatiemarkten. Tevens kijken we dan vooruit naar het komende jaar (en de jaren daarna) en maken wij onze inschattingen van de te verwachten rendementen voor de diverse beleggingscategorieën.

Aan het begin van dit artikel schreven we al over de dit jaar sterk gestegen rentes en dat obligaties als gevolg hiervan weer een mooi rendement opleveren. En daarom zijn obligaties weer een goed alternatief om in te beleggen.

Voor de verwachting van de gemiddelde opbrengst van een obligatie kijken we naar het effectief rendement, ook wel de “yield to maturity” genoemd. Voor de Bloomberg Global Aggregate Bond-index (index van mix van staatsobligaties en bedrijfsobligaties) is deze yield het afgelopen jaar gestegen van 1,3% naar 3,9%, het hoogste niveau sinds 2008. Dit betekent dat een belegger een rendement kan verwachten van 3,9% als hijde obligaties, in dit geval de wereldindex, tot het einde van de looptijd aanhoudt. Voor obligatiebeleggers zijn de rendementsperspectieven nu dus een stuk aantrekkelijker dan een jaar geleden.

Onze verwachtingen voor de categorie obligaties zijn ten opzichte van vorig jaar dan ook drastisch gewijzigd en daarom hanteren we voor 2023 en verder aangepaste prognose rendementen.

Forecast

De prognoserendementen per categorie zijn als volgt:

  • Aandelen 8%
  • Obligaties 4% (was 1%)
  • Alternatieve Beleggingen 3%
  • Vastgoed 8%
  • Liquiditeiten 0%

De prognoserendementen per profiel zijn dan (op basis van de strategische wegingen van de categorieën):

  • Defensief 3% (was 2%) en de bandbreedte van het rendement –9% tot 15% (was -10% tot 14%)
  • Matig Defensief 4% (was 3,5%) en de bandbreedte van het rendement -12% tot 20% (was –13% tot 20%)
  • Neutraal 5% (was 4,5%) en de bandbreedte van het rendement -15% tot 25% (was -16% tot 25%)
  • Matig Offensief 6% en de bandbreedte van het rendement –22% tot 34%
  • Offensief 7% en de bandbreedte van het rendement –27% tot 41%

Bekijk meer actualiteiten

Volg nu de laatste ontwikkelingen op de financiële markten, door u in te schrijven voor onze nieuwsbrief.

Comfort Vermogensbeheer heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), valt onder toezicht van De Nederlandsche Bank en is aangesloten bij de Beleggerscompensatieregeling (BCR), het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) en Dutch Securities Institute (DSI).

RISICO'S VAN BELEGGEN: Beleggen brengt risico's met zich mee, u kunt (een deel van) uw inleg verliezen. De waarde van uw beleggingen is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Voordat u gaat beleggen is het belangrijk dat u zich door ons laat informeren over de kenmerken en risico's van beleggen.